Het is een bekend Nederlands straatbeeld: (groepjes) kinderen die zelfstandig of onder begeleiding naar de basisschool lopen of fietsen. Om zowel de schoolroute als de directe schoolomgeving veiliger te maken, zijn verschillende richtlijnen, maatregelen en instrumenten ontwikkeld. Sommige daarvan zijn bewezen effectief, sommige (nog) niet.
Deze factsheet hoort bij de risico-indicator Veilige infrastructuur
1. Veilige basisschoolroutes
Hoe een veilige schoolroute eruitziet, is moeilijk te zeggen. Wel is van de volgende kenmerken wetenschappelijk aangetoond dat ze de veiligheid bevorderen.
Kenmerk route met positief effect |
De route tussen huis en school is zo kort mogelijk (minder expositie)[i] |
Geen drukke wegen om over te steken[ii] |
Goede oversteekvoorzieningen[iii] |
Trottoirs langs de hele route[iv] |
Vrijliggende fietspaden langs drukke wegen[v] |
Aantrekkelijk en sociaal veilig (bijvoorbeeld langs woningen)[vi] |
Routekaarten met voorkeursroutes: geen bewezen effect
Sommige scholen werken met speciale routekaarten, waarop de veiligste routes naar school staan vermeld (zoals via het
Octopusplan). Buitenlands onderzoek laat echter zien dat deze kaarten geen effect hebben op het ongevallenrisico.
[vii]
2. Veilige schoolzones
Er zijn geen strikte regels over hoe een veilige schoolzone eruit moet zien. De
richtlijnen van CROW zijn vooral gefocust op (snelheids)beperking van het gemotoriseerde verkeer en veilige oversteekplaatsen.
[viii] Dat geldt ook voor de
tien gouden regels voor een veilige schoolomgeving van Veilig Verkeer Nederland.
[ix] In het handboek
Ontwerpen voor kinderen en de factsheet
Schoolmobiliteit en gedrag beschrijft CROW kenmerken van een veilige schoolomgeving.
Een deel van deze richtlijnen en adviezen is verwerkt in speciaal ontwikkelde methoden om een schoolzone veilig in te richten, zoals
Octopusplan,
Julie en
Leer in het Verkeer.
[x] Ook vanuit het thema
gezond bewegen wordt aandacht besteed aan een veilige schoolomgeving.
Hieronder zetten we de meest gebruikte maatregelen voor veilige schoolzones op een rij. Per maatregel is te zien of het effect ervan al dan niet wetenschappelijk is onderbouwd.
Kenmerk schoolzone |
Toelichting |
Effectiviteit wel/niet bewezen |
Autovrij (permanent of tijdelijk) |
Autoverkeer niet toegestaan, permanent of enkele uren per dag. Deze laatste variant wordt ook wel aangeduid met de term ‘schoolstraat’. |
Niet formeel bewezen, wel heel aannemelijk vanwege minder expositie[xi] |
‘Schoolerf’ met Zone 15 of Zone 30 |
Een verlaging van de maximumsnelheid bevordert de verkeersveiligheid. |
Wel bewezen[xii] |
Snelheidsremmende maatregelen zoals drempels, paaltjes en wegversmallingen |
Fysieke snelheidsremmende maatregelen bevorderen in het algemeen de verkeersveiligheid |
Wel bewezen[xiii] |
Veilige oversteekplaatsen |
Gemotoriseerd verkeer rijdt met een lage snelheid, de oversteek is niet te breed, of er is een oversteek in twee delen (met middeneiland). Kinderen hebben goed zicht op het naderende verkeer en andersom: automobilisten hebben goed zicht op kinderen die willen oversteken. Dat betekent dus geen geparkeerde auto’s in de buurt van een oversteek.
|
Wel bewezen[xiv] |
Parkeer- en stopverbod direct rond school[xv] |
Parkeren en stoppen van auto’s niet toegestaan (gedurende in- en uitgaan van de school) |
Niet bewezen |
Snelheidsdisplays en elektronische verkeersborden |
Snelheidsdisplays en elektronische verkeersborden bij scholen stimuleren automobilisten om de snelheid te verlagen.
|
Wel bewezen[xvi] |
Speciaal meubilair of opvallende wegmarkering
|
Voor voorbeelden, zie maatregelen in Octopusplan, Julie en Leer in het Verkeer |
Niet bewezen. |
Meer informatie
Bronnen
[xii] - Goldenbeld, Ch. & Schermers, G. (2017).
School zones, European Road Safety Decision Support System.
- Dreesen, A & Nuyts, E. (2007). Zone 30 in schoolomgevingen: effect op snelheid. Rapport RA-2007-101. Steunpunt Verkeersveiligheid, Diepenbeek.