Gemeenten worstelen met situaties die lastig met bestaande richtlijnen zijn op te lossen.
Meer uniformiteit in de zogenoemde ‘grijze’ wegen, is dat haalbaar? Is een algemene snelheid van 30 km/uur op dit soort wegen mogelijk? Tegen welke knelpunten lopen gemeenten aan? Vragen die aan bod kwamen tijdens het eerste webinar van het Kennisnetwerk SPV.
Het Kennisnetwerk verzorgt dit jaar bijeenkomsten die alle een relatie hebben met de risicogestuurde aanpak van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Voor het eerste webinar op 9 juni 2020 ('Van lintweg tot winkelstraat: hoe verder met de grijze 50 km/uur-weg’) meldden zich zo’n 70 deelnemers afkomstig van gemeenten tot adviesbureaus, van hulpdiensten tot het ministerie van IenW. Zij hopen vooral op meer duidelijkheid over ‘grijze’ 50 km/uur-wegen. Een aantal verwachtingen vooraf:
- Inspiratie voor aanpassen van de snelheid en een bijpassende inrichting op onze grijze wegen
- Ik verwacht in ieder geval een denklijn die we met z'n allen kunnen hanteren
- Snelheidsregiem inrichting en gebruik komen niet overeen. Hoop inspiratie op te doen om deze wegen toch goed in te richten
- Ik hoop handvatten te krijgen over hoe om te gaan met onze 'oude linten'. Afwaarderen kan niet vanwege intensiteit
- Zien wat de ontwikkelingen zijn op dit gebied om daar vroegtijdig met de hulpdiensten op te kunnen inspelen
- Benieuwd naar meningen en argumenten voor en tegen van 50 naar 30
Peiling
Een peiling laat zien dat de grootste problemen met grijze wegen zich concentreren op de volgende knelpunten:
- onvoldoende ruimte (69 procent)
- parkeren op/langs rijbaan (10 procent)
- aanwezigheid erfaansluitingen (8 procent)
- overig (14 procent) met elementen als snelheid, oversteekbaarheid, aanrijdtijd hulpdiensten
30 km/uur als norm binnen de bebouwde kom?
SWOV publiceerde onlangs een rapport over de
voor- en nadelen van 30 km/uur als norm binnen de bebouwde kom. Atze Dijkstra van SWOV presenteerde
enkele kernelementen uit dit onderzoek. Conclusie is dat één overal geldende limiet binnen de bebouwde kom geen draagvlak heeft en dat er eigenlijk een nieuwe wegcategorie moet worden toegevoegd: de GOW30. Uitgangspunt is dat er op termijn geen 50 km/uur-wegen meer bestaan die fietsers laat mengen met het autoverkeer.
Vragen die worden gesteld
- Is bij de GOW30-weg een limiet te stellen aan het verkeer? Bij aanpassing van de regelgeving is het legaal om een 30-bord te plaatsen. De intensiteit neemt dan wel toe, er zijn geen limieten vastgesteld op dit moment.
- Hoe verhoudt het SWOV-rapport zich ten opzichte van de ANWB-visie Verkeer in de stad? Deze visie is gefocust op verschillende voertuigen en de gedetailleerde onderverdeling in 10, 20, 30 en 50 km/uur. SWOV vind deze limieten te dicht bij elkaar liggen en houdt vast aan de limieten die er al zijn.
- Hoe groot is het draagvlak van automobilisten voor lange ritten langs een 30 km/u weg? Hier is geen onderzoek naar gepleegd. In de praktijk valt het mee, want in het stedelijk gebied worden geen lange afstanden afgelegd. In de berekening van de SWOV blijft de helft van de 50 km/uur-straten nog bestaan.
Deelsessies
Na het eerste plenaire deel gaat de groep uiteen in twee deelsessies:
- Lintwegen, met een presentatie van Menno Boermans, gemeente Medemblik.
- Winkelstraten, met een presentatie van Jacqueline Pieters, gemeente Den Haag.
Lintwegen: casus Medemblik
Met behulp van foto’s en ontwerptekeningen schetst Menno Boermans van de gemeente Medemblik de problematiek in West-Friesland. West-Friesland is een agrarische regio met relatief veel inwoners in diverse steden en dorpen. Het landschap is er door gevormd met veel lintbebouwing. In het plattelandsgebied zijn veel historische wegen variërend in breedte van 5,50 tot 6,20 meter binnen en buiten de bebouwde kom. Door de lintbebouwing is het onderscheid tussen binnen en buiten de bouwde kom op veel plaatsen nauwelijks waarneembaar.
Op deze wegen rijden fietsers, auto’s, vrachtwagens, ov-bussen en landbouwverkeer. Voertuigen in deze laatste categorie hebben soms een maximale breedte van 3,50 meter. Vaak ontbreekt er een trottoir. De authentieke woningen zijn niet of nauwelijks onderheid en daardoor, in combinatie met de ondergrond, zeer trilling gevoelig. Gelukkig vinden op de lange wegvakken van deze wegen vrijwel geen ongevallen plaats. Maar op de kruisingen juist wel. Door het groeikernenbeleid gaan de bebouwde kommen van de aangrenzende dorpen in elkaar over. Ook vond verdichting in de lintbebouwing plaats. Hierdoor lopen de wegen vaak kilometers lang door aaneengesloten bebouwing. Er zijn geen reële alternatieve routes te realiseren.
Reacties op de casus
De problematiek in West-Friesland is voor velen herkenbaar. Gesproken wordt over het dilemma dat de politie niet handhaaft als de weg niet conform de ontwerprichtlijnen is ingericht. Er is behoefte aan aanvullende inrichtingsprincipes en dito handhavingsafspraken.
Ook de positie van het fietsverkeer komt aan de orde. Er is onvoldoende ruimte om vrijliggende fietspaden aan te leggen. Opties om fietsers van alternatieve routes gebruik te laten maken zijn er niet. Dus de fietser blijft op de rijbaan, waarbij de snelheid van gemotoriseerd verkeer naar een veilig niveau moet worden afgedwongen. Een 30-bord heeft weinig snelheid remmend effect omdat er weinig verkeer is. Wat beter werkt op de snelheid is de inrichting en het gebruik van de weg.
Gemeente Moerdijk: “De snelheid op onze problematische dijkwegen is in het verleden al vastgesteld op 30 km/uur. In combinatie met vracht- en landbouwverkeer maakt dit de inrichting én handhaafbaarheid lastig. Maar bewoners zitten niet bepaald op een limietverhoging te wachten. Zijn daar nog tips of ideeën over? Algemeen is de opinie dat 30 km/uur op lintwegen niet afdwingbaar is.”
Opmerking gemeente Hoorn: “Verhoging van de snelheidslimiet van 30 naar 50 stuit ook op de Wet geluidhinder.”
Tegelijkertijd is er behoefte aan nader onderzoek, omdat naar veel van deze kennisvragen nog geen gefundeerd onderzoek is gedaan. Wel naar plattelandswegen buiten de bebouwde kom, door CROW. De publicatie hierover maakt onderdeel uit van de CROW
kennismodule Wegontwerp Buiten de Bebouwde Kom.
Hillie Talens van CROW neemt deel aan de sessie als projectleider voor de actualisatie van ASVV 2012. Vooralsnog is er zonder goede onderbouwing geen aanleiding om de ASVV wat betreft de informatie over grijze wegen en categorisering aan te passen. Mocht vóór de afronding van het actualisatieproces (medio 2021) blijken dat een extra wegcategorie wordt ingevoerd, dan zal de ASVV op dat vlak worden aangepast.
Oplossing in West-Friesland
Het verbreden van de bestaande wegen is niet mogelijk, in verband met aantasting historisch landschap en geen grondpositie.
De richtlijnen zoals verwoord in de CROW-publicatie 315 ‘Basiskenmerken wegontwerp – Categorisering en inrichting van wegen’ zijn duidelijk voor de wegbeheerders.
Op wegen die worden ingericht als 30 km/uur-wegen, rekening houdend met landbouwverkeer en het niet kunnen toepassen van drempels en plateaus (trillingen: schade aan woningen), is de V85 gemiddeld net onder de 40 km/uur. Uitgezonderd de wegen in het centrum van de dorpen. Het afdwingen van lagere rijsnelheden wordt niet haalbaar geacht.
Bij een 30 km/uur weg worden in principe geen fietsstroken toegepast. Verkeer van rechts heeft voorrang tenzij de weg onderdeel uitmaakt van een ov- of fietsroute.
Bij een 50 km/uur weg is de richtlijn volgens de basiskenmerken wegontwerp dat fietsstroken of vrijliggende fietspaden worden toegepast.
De regio wil fietsers als kwetsbare weggebruikers beschermen door hun een eigen plek (fietsstroken) op de weg te geven. Door de fietsstroken met een breedte van 1,70 meter op de weg aan te brengen wordt deze visueel smaller. Hierdoor neemt de snelheid van het overige verkeer iets af.
Gelet op de breedte van de weg betekent dit dat de midden rijloper smaller wordt dan volgens de huidige richtlijnen wordt aanbevolen. Gemeente Medemblik noemt zo’n weg een ‘50-min’-weg.
Noties uit de discussie
- In specifieke situaties is maatwerk nodig.
- Er is consensus over de inrichting die is gekozen. Als de weg niet is ingericht conform de limiet handhaaft de politie niet.
- In heel Nederland bestaan soortgelijke situaties.
- CROW is bezig met een project over fietsstraten buiten de kom.
- Er is behoefte aan (verbeterd) onderbouwend onderzoek naar inrichtingsvarianten. Als er wordt gekozen voor een gebiedsontsluitingsweg GOW30 of 50-variant is er behoefte aan uitgewerkte normen. Wat zijn behalve verschil in snelheid de inrichtingskenmerken?
- Waar begint binnen de bebouwde kom en eindigt buiten de bebouwde kom? De crux is de snelheid. Met 30 km/uur is de kans op en impact van ongevallen aanzienlijk kleiner.
- De situatie doet zich voor in vele andere gebieden. Hoe is dit te vertalen in regelgeving? Wellicht is onderscheid nodig in plattelandsgebieden (50 km/uur) en stedelijke gebieden (30 km/uur).
Winkelstraten: casus gemeente Den Haag
In de gemeente Den Haag is onlangs de nieuwe
verkeersveiligheidsvisie vastgesteld waarbij Den Haag kiest voor de veiligheid van voetganger en fietser. In gebieden waar deze groepen mengen met het autoverkeer zou 30 km/uur als standaard snelheid moeten gelden. Het SWOV-rapport sluit goed aan op deze visie dus de gemeente Den Haag is er blij mee.
Jacqueline Pieters van de gemeente Den Haag neemt ons mee in de
casus van de Theresiastraat, een straat dicht bij het station met veel winkels, horeca, scholen en waar ook frequent bussen doorheen rijden. Het wegprofiel is gemengd, er is geen rijbaanscheiding en de fietsers fietsen op de rijbaan. In haar presentatie schetst zij een aantal dilemma’s als deze straat naar een limiet van 30 km/uur gaat. Denk aan klinkerverharding met bepaalde nadelen, het busverkeer en hulpdiensten. Het gaat bij afwegingen niet alleen om verkeersveiligheid maar ook om bijvoorbeeld leefbaarheid en economische vitaliteit.
Reacties
De discussie spitst zich toe op de vraag in hoeverre die bus nu echt door de Theresiastraat moet rijden. Er is een parallelle route mogelijk, waarbij de Theresiastraat meer een verblijfsgebied kan worden. Denk dus eerst na over de kwaliteit van je gebied/straat. Wat moet uitstraling zijn? Als het een verblijfsgebied is, pas de omgeving dan daarop aan. Shared space valt ook nog te overwegen.
Andere suggesties
- kleinere busjes laten rijden als dat mogelijk is en kijken naar busvriendelijke drempels.
- Ook de intelligente snelheidsaanpassing (ISA) komt ter sprake. ISA is verplicht voor alle nieuwe auto’s maar de penetratie daarvan gaat langzaam en het systeem aanzetten is nog niet verplicht.
- Met veel parkeerbewegingen gaat de snelheid ook naar beneden. Zogenoemde ‘schrikstroken’ zijn dan wel nodig en zorgen voor meer veiligheid voor de fietser. Ook zebrapaden kunnen snelheid remmend werken.
- De Witte Singel in Leiden is ingericht als 30 km/uur en heeft fietsstroken met aansluitingen op verhoogde plateaus. Wageningen gaat een 50 km/uur-weg ombouwen naar fietsstraat. Putten heeft al jaren geleden een fietsstraat buiten de bebouwde kom aangelegd, de Stenenkamerseweg.
Jacqueline Pieters heeft stof tot nadenken meegekregen over het wel of niet toestaan van busverkeer in de Haagse Theresiastraat. Ze wil maatregelen in ieder geval gaan monitoren.
Plenaire discussie
De einddiscussie leverde het volgende op:
- Er is behoefte aan onderzoek naar inrichtingsvarianten en effecten van verschillende typen maatregelen op 50 km/uur-wegen. DTV Consultants en Goudappel Coffeng doen onderzoek met 15 wegbeheerders naar ‘het nieuwe 30’. Daarin wordt gekeken naar wat wel, of juist niet werkt. Het doel is aanbevelingen geven voor het vergroten van de verkeersveiligheid op drukke erftoegangswegen. Het praktijkonderzoek binnen de 15 gemeenten staat gepland in het najaar. Een vervolg-webinar eind dit jaar zou dan een goed initiatief zijn.
- Is opname van de GOW30-weg een optie in de nieuwe ASVV van 2021? Het is te vroeg voor een concreet ja of nee want er zijn meer praktijkgegevens nodig. Als onderzoeksresultaten op tijd zijn kunnen deze zeker worden meegenomen. Mocht dit niet lukken, dan verdient het onderwerp aandacht in de vorm van een eigen publicatie.
- Hoe kijkt SWOV naar de 50-weg? Het belangrijkste criterium van SWOV is dat het fietsverkeer niet mag mengen met het gemotoriseerde verkeer op 50 km/uur-wegen. Overigens accepteren mensen eerder dat er 40 km/uur wordt gereden op een 50-weg dan een 30 km/uur-weg. Het blijft een dilemma.
Tot slot
- 50-min, 30-plus? De weggebruikers moeten het wel begrijpen! Met extra kreten als 50-min of 30-plus wordt het niet duidelijker. Weggebruikers reageren op de weginrichting.
- De meningen blijven verdeeld over het wel of niet willen toestaan van fietsers op de rijbaan bij 50 km/uur-wegen. Er zijn goede voorbeelden van ingerichte 50 km/uur-wegen met ruime fietsstroken die goed functioneren.
- Uiteindelijk is er behoefte aan een norm: wat is een veilige weg? Binnen het Kennisnetwerk SPV werkt de SWOV samen met CROW aan een definitie van ‘veilige wegen’ en ‘veilige fietsinfrastructuur’. Het is lastige materie om een risico-indicator (SPI) te definiëren die werkbaar en uitlegbaar is. Op basis van de documenten die op tafel liggen zijn er veel kenmerken die een rol spelen. Een selectie van een kleine groep kenmerken moet de doorslag geven voor de veiligheid van een bepaalde weg. De lancering van de definitie van de SPI is gepland in het najaar.
De conclusie luidt dat een diversiteit aan wegen aan bod is gekomen. Het SWOV-rapport geeft handvatten ter ondersteuning van het te voeren beleid, met uitzondering van heel specifieke situaties. Het onderzoek van DTV Consultants/Goudappel is een goede aanleiding voor een vervolgbijeenkomst. Samen met ook het SWOV-rapport en de nieuw te verschijnen ASVV. Wordt vervolgd!
Vragen of opmerkingen graag naar
info@kennisnetwerkspv.nl.