Het kennisnetwerk SPV organiseerde op 12 november jl. de tweede themabijeenkomst van dit jaar. Dit keer werd het onderwerp ‘veilige schoolmobiliteit’ belicht.
Circa 80 belangstellenden schreven zich in voor deze bijeenkomst en kwamen op dinsdag 12 november jl. bijeen in het WTC in Utrecht voor de laatste kennis- en praktijkvoorbeelden met betrekking tot inrichting, gedragsbeïnvloeding, beleid en participatie.
Wilma Slinger gaf namens het kennisnetwerk SPV de aftrap met een warm welkom en een presentatie ter introductie van het Kennisnetwerk SPV.
Agnieszka Stelling van de SWOV nam het stokje van Wilma over en ging in op de feiten en cijfers over ongevallen onder kinderen in het verkeer. Kinderen op de basisschool vormen volgens onderzoek nog niet de grootste risicogroep. Toch is het van belang om deze kinderen goed te instrueren en voor te bereiden, om ervoor te zorgen dat er geen problemen optreden wanneer zij de overgang maken naar het voortgezet onderwijs. Link naar presentatie “SWOV feiten en cijfers schoolomgeving”
Maarten van het Bolscher van het ministerie van I&W was de laatste in rij tijdens het plenaire deel van de bijeenkomst met zijn presentatie over de pilots ‘Schoolmobiliteit’ van Tour de Force. Tour de Force en SPV hebben, samen met nog andere belanghebbende partijen, de krachten gebundeld om samen te zoeken naar toepasbare en opschaalbare praktijkvoorbeelden. Er zijn 6 pilots in het leven geroepen:
- Fietsbezit: alle kinderen een fiets.
- Schoolstraten.
- Verkeersexamen.
- Veilige routes.
- Van groep 8 naar de brugklas.
- ‘Social Deal’ jongeren.
In totaal 10 gemeenten zijn voornemens aan één of meer pilots mee te doen, die van start zullen gaan in het voorjaar van 2020 (zie afbeelding). Andere gemeenten kunnen overigens ook nog aanhaken! Bekijk hier de presentatie.
De deelsessies
Na het plenaire deel van de middag hadden de deelnemers gelegenheid om deel te nemen aan 2 van 3 deelsessies:
- Fysieke inrichting
- Gedragsbeïnvloeding
- Samenwerking.
Fysieke inrichting
De sessie over fysieke inrichting kende drie aspecten:
- Het fenomeen ‘Schoolstraat’, een praktijkverhaal van de gemeente Den Haag.
- Een presentatie van het instrument ‘Star Rating for Schools’ van de ANWB dat komend voorjaar beschikbaar komt voor Nederland.
- Voorbeelden van fysieke infrastructuur rondom diverse typen schoolomgevingen.
Schoolstraten
Ronald Woudstra, Gemeente Den Haag
Ronald Woudstra ging in zijn toelichting in op het experiment in Den Haag, waarbij een specifieke straat in de schoolomgeving gedurende anderhalve week werd afgesloten. Hij zag het als een extra maatregel die je kunt treffen om de chaos in de schoolomgeving nog verder te verminderen. Deze maatregel wordt in Vlaanderen al veelvuldig toegepast. In Deventer is zo’n 10 jaar geleden ook een dergelijke maatregel (in dit geval een scharnierend hek over de weg) ingevoerd bij een school en dit functioneert nog steeds heel goed.
De periode van anderhalve week die deze pilot duurde, was te kort om grote conclusies te trekken. Wel is uit een enquête onder direct betrokkenen én buurtbewoners gebleken dat 71% van de respondenten vindt dat de verkeersveiligheid is verbeterd. De proef smaakt naar meer. Er wordt gekeken naar een volgende locatie om daar gedurende een periode van drie maanden een schoolstraat in te voeren. Een vinexlocatie als Ypenburg is daar beter geschikt voor (minder waterbedeffect). Ook zal daar de effort vooral op de schoolstraat liggen en niet nog op extra aanvullende acties en maatregelen, zoals een kiss&ride-zone (je faciliteert dan toch weer het autoverkeer). Er waren veel reacties: de gemeente Rotterdam gaat komend jaar ook experimenteren en ook onder de Tour de Force-pilots zijn er initiatieven wat dit thema betreft. Het is goed om de kennis te delen en te monitoren. Vanuit België is meer informatie te vinden op:
https://www.paraatvoordeschoolstraat.be/
Presentatie schoolstraat Den Haag
Star Rating for Schools
Marianne Dwarshuis, ANWB
Star Rating for Schools is een meetmethodiek die kan worden toegepast om de veiligheid van de schoolomgeving in kaart te brengen. Op basis van een analyse worden aanbevelingen gedaan om de schoolomgeving veiliger te maken. Star Rating for Schools wordt in het voorjaar 2020 wereldwijd gelanceerd. Marianne Dwarshuis liet namens de ANWB alvast zien wat dit instrument inhoudt. Star Rating for Schools is ontwikkeld door iRAP. Dit nieuwe instrument helpt risico’s in kaart te brengen voor kinderen op weg naar school. Het maakt gebruik van de Road Design Star Rating voor voetgangers (iRAP) en meet de veiligheidssituatie vóór en na het treffen van maatregelen. De veiligheid wordt uitgedrukt in sterren: 5 sterren is het maximaal haalbare veiligheidsniveau.
Op dit moment is de pilotfase van het instrument afgerond en zijn er pilots uitgevoerd op meer dan 600 locaties in 36 landen. De input van o.a. wegbeheerders is meegenomen bij de ontwikkeling van de systematiek. Het is belangrijk dat de initiatiefnemer in een vroeg stadium de belangrijkste belanghebbenden, zoals scholen en wegbeheerders, bij het onderzoek betrekt. In overleg wordt bepaald welke omgeving wordt onderzocht. Dat kan de directe schoolomgeving zijn, maar kan ook breder gaan. Schoolroutes, kruispunten e.d. komen dan ook in beeld. Via een mobiele app worden de belangrijkste kenmerken gecodeerd. Een korte training is nodig om dit coderingsproces te kunnen doen. Het ‘coderen’ van bepaalde punten wordt uiteindelijk vertaald in de sterrenwaardering. Een plan dat vervolgens leidt tot uitvoering van maatregelen kan leiden tot een nieuwe meting .
Meer informatie:
www.starratingforschools.org
De presentatie.
Fysieke voorbeelden
Geertje Hegeman, RHDHV
Helaas was spreekster Geertje Hegeman verhinderd. Niettemin heeft Wilma nog haar presentatie laten zien, waarbij er naast praktijkvoorbeelden ook relevante links in zaten voor een
stappenplan schoolzone en een verwijzing naar de
leidraad inrichting veilige schoolomgeving.
De presentatie vind je hier.
Deelsessie Gedragsbeïnvloeding
Well Kömhoff en Sophie Postma, TeamAlert
TeamAlert presenteerde vers van de pers de resultaten van twee onderzoeken. Zó vers, dat de rapportages nog nadere analyses vergen en over enkele weken beschikbaar komen. Het ging over veilig fietsgedrag bij de overgang van basis- naar middelbare school en over de redenen die scholieren hebben om hun smartphone niet te gebruiken als ze wegfietsen uit de fietsenstalling. Het leverde over de brugklassers een levendige discussie op over bijvoorbeeld de kratjes op de nieuwe (te) grote fiets, het ontbreken van kennis over verkeersregels en -gedrag, groepsvorming. Voor het niet gebruiken van de smartphone op je fiets was de verrassing dat de
MONO-campagne bij jongeren behoorlijk bekend bleek.
De gemeente Amsterdam (Suzanne Mol) heeft sinds 2018 het Fietsheldenproject op basisscholen vanaf groep 5. Via een aantal lessen werken kinderen aan hun ideeën over fietsen. Per school wordt het ‘beste’ idee gekozen en deze fietshelden gaan aan de slag om hun idee uit te werken in een prototype. Vanuit hun midden wordt een junior-fietsburgemeester gekozen. Het hoeft daarbij overigens niet speciaal over verkeersveiligheid te gaan. Stimuleren van het fietsen, juist ook voor de kinderen die dat nog niet doen, is het hoofddoel. Er is inmiddels een toolkit ontwikkeld die voor scholen vrij beschikbaar is.
Bekijk hier de presentatie.
Belangrijk in deze workshop was dat het ging om informatie van de jongeren zelf. Wat ervaren ze als fietser, waar maken ze zich wel/niet druk om, waar zijn ze gevoelig voor om hun gedrag te beoordelen en mogelijk aan te passen? Daarop zullen mogelijke interventies moeten aansluiten.
Deelsessie Samenwerking
De ouders…
Dave van Bogaert, VVN en Foppe Jorna, Provincie Groningen
Veilige schoolmobiliteit wordt onder andere beïnvloed door de vervoerskeuzes van ouders en kinderen. Er is al veel, vooral kwantitatieve, informatie over de haal- en brengproblematiek rondom scholen. Om effectieve interventies voor ouders te kunnen ontwikkelen heeft Veilig Verkeer Nederland onderzoek gedaan naar de diepere drijfveren van ouders in hun vervoerskeuze. Waarom brengen ouders hun kind met de auto? En wat kunnen we doen om fietsen en lopen naar school te stimuleren?
Op basis van de respons op de online enquête liggen er kansen om (gewoonte)gedrag aan te passen. VVN werkt volgens een stappenplan om van probleem(h)erkenning en onderzoeksresultaten naar plan van aanpak te komen waarvoor draagvlak is. VVN heeft deze succesvolle aanpak voor de ‘Veilige schoolomgeving’ toegelicht, waarbij samenwerken met vooral ook ouders en scholen centraal staat. Het formeren van een actieve werkgroep is eerste belangrijke stap. Een illustratie van deze aanpak en evaluatie komt van Foppe Jorna van de provincie Groningen. Belangrijke conclusie: opleggen van maatregelen door gemeenten werkt niet. Het gaat om co-creatie met participatie van alle betrokken stakeholders. Na verloop van tijd verlaten leerlingen en hun ouders de school. Continuïteit in de gemaakte afspraken is dan belangrijk. Deze kunnen worden geborgd in bijvoorbeeld een schoolgids, intakegesprekken of website van de school.
Bekijk hier de presentatie.
Tilburg Veilig naar school: De EU als katalysator
Inez Rastovac, gemeente Tilburg
Tilburg is op een aantal vlakken bezig om de kinderen zo veilig mogelijk naar school te kunnen laten gaan.
Deze is erop gericht om samen met de eindgebruiker slimme mobiliteitsoplossingen te bedenken en uit te proberen. Tilburg is één van zeven EU-steden die meedoet aan het Europese mobiliteitsproject
Metamorphosis en heeft onder die vlag veel ervaring opgedaan met kinderparticipatie als het gaat om veilige schoolomgeving. Ook is de stad bezig met het ontwerp van nieuwe elementen voor de buitenruimte om een schoolomgeving te markeren die in 2020 op straat komen.
Met het project Tilburg Veilig Naar School (TVNS) is er al intensief contact met de scholen. Het Brabantse verkeersveiligheidslabel wordt actief gepromoot. Ambitie is om alle scholen mee te laten doen met het label. De gepresenteerde maatregelen komen o.a. voor uit het Europese project Metamorphosis. Dit is een onderzoeksproject waarbij de co-creatie van oplossingen door kinderen een prominente plek in aanpak heeft.
Opvallend in de uitkomsten is dat kinderen komen met oplossingen buiten de bestaande paden en richtlijnen. Zo zien de borden, oversteekplaatsen en objecten op straat er heel anders uit!
Conclusie: Iedereen wordt meegenomen in belevingswereld kinderen. De eindgebruiker, die invloed heeft op de eigen omgeving, staat dus centraal. Maar de aanpak biedt ook perspectief richting andere beleidsterreinen, zoals fietsstimulering, inclusiviteit en fietsarmoede.
Bekijk hier de presentatie.
Tot slot: welke tip neemt u mee?
Na de deelsessies kwam de groep bijeen om meningen en ervaringen te delen. Naar aanleiding van de deelsessie ‘Gedragsbeïnvloeding’ werd geopperd dat het ook zaak is om ouders op een laagdrempelige manier te stimuleren om kind(eren) niet, of zo min mogelijk, met de auto naar school te brengen, door gebruik te maken van een veiligere en duurzamere wijze. De gemeente Den Bosch gaat hiermee experimenteren door ouders te vragen één dag per maand niet met de auto te komen; een beetje lijkend op de campagne ‘Verkeersslang’. Ook het aan het woord laten van jongeren zelf, of het nou ging om onderzoek (Team Alert) of praktijk (Tilburg), werd als tip meegegeven.
Tenslotte moeten maatregelen die worden getroffen ook worden onderhouden door er voldoende energie in te blijven steken zodat ze geen stille dood sterven. Daarnaast is het nodig te evalueren en te monitoren, zodat we daarvan kunnen leren.