De breedte van een fietspad heeft een significante relatie met de verkeersveiligheid: hoe breder het fietspad, hoe minder ongevallen. Het effect is vooral groot bij eenrichtingsfietspaden. Het kan daarom lonen om met name drukke eenrichtingsfietspaden te verbreden.
Deze factsheet hoort bij de risico-indicator Veilige infrastructuur
Fietspaden moeten voldoende breed zijn
[i] zodat (brom- en snor)fietsers elkaar veilig kunnen inhalen en passeren.
[vi] Fietsers moeten bovendien veilig naast elkaar kunnen rijden zonder dat hun sturen in elkaar haken.
[ii] CROW beveelt daarom de volgende breedtes van fietspaden in de bebouwde kom aan:
[iii]
Minimaal gewenste breedte per type fietspad.[iv]
Op fietspaden die niet voldoen aan deze minimale breedte-eisen, gebeuren inderdaad meer ongelukken en raken fietsers vaker van het fietspad.
[v]
Breder fietspad, minder ongevallen
De breedte van een eenrichtingsfietspad heeft een duidelijke relatie met het aantal ongevallen: bij 10% meer breedte neemt het aantal ongevallen met gemiddeld 13% af.
[vi] Hoewel er nog meer onderzoek nodig is voor specifiekere effecten, kan het op basis van het genoemde al gevonden effect lonen om vooral (toekomstig) drukke eenrichtingsfietspaden te verbreden.
Tweerichtingsfietspad
Het breedte-effect op tweerichtingspaden is ook positief maar veel kleiner.
[vi] Op tweerichtingspaden (die aan de richtlijnen voldoen) is immers sowieso meer ruimte beschikbaar omdat er niet voortdurend tegenliggers zijn. Tweerichtingspaden zijn echter in het algemeen minder veilig dan eenrichtingspaden.
[vii]
Verantwoording
De hier beschreven informatie is gebaseerd op Nederlands onderzoek en sluit dus aan bij de Nederlandse situatie.
Meer informatie
Bronnen